SV | Daarna zeide de koning Jehizkia, en de oversten, tot de Levieten, dat zij den HEERE loven zouden, met de woorden van David en van Asaf, den ziener; en zij loofden tot blijdschap toe; en neigden hun hoofden, en bogen zich neder. |
WLC | וַ֠יֹּאמֶר יְחִזְקִיָּ֨הוּ הַמֶּ֤לֶךְ וְהַשָּׂרִים֙ לַלְוִיִּ֔ם לְהַלֵּל֙ לַֽיהוָ֔ה בְּדִבְרֵ֥י דָוִ֖יד וְאָסָ֣ף הַחֹזֶ֑ה וַֽיְהַלְלוּ֙ עַד־לְשִׂמְחָ֔ה וַֽיִּקְּד֖וּ וַיִּֽשְׁתַּחֲוֽוּ׃ פ |
Trans. | wayyō’mer yəḥizəqîyâû hammeleḵə wəhaśśārîm laləwîyim ləhallēl laJHWH bəḏiḇərê ḏāwîḏ wə’āsāf haḥōzeh wayəhaləlû ‘aḏ-ləśiməḥâ wayyiqqəḏû wayyišətaḥăwû: |
Daarna zeide de koning Jehizkia, en de oversten, tot de Levieten, dat zij den HEERE loven zouden, met de woorden van David en van Asaf, den ziener; en zij loofden tot blijdschap toe; en neigden hun hoofden, en bogen zich neder.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Daarna zeide de koning Jehizkia, en de oversten, tot de Levieten, dat zij den HEERE loven zouden, met de woorden van David en van Asaf, den ziener; en zij loofden tot blijdschap toe; en neigden hun hoofden, en bogen zich neder.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!