2 Kronieken 29:30

SVDaarna zeide de koning Jehizkia, en de oversten, tot de Levieten, dat zij den HEERE loven zouden, met de woorden van David en van Asaf, den ziener; en zij loofden tot blijdschap toe; en neigden hun hoofden, en bogen zich neder.
WLCוַ֠יֹּאמֶר יְחִזְקִיָּ֨הוּ הַמֶּ֤לֶךְ וְהַשָּׂרִים֙ לַלְוִיִּ֔ם לְהַלֵּל֙ לַֽיהוָ֔ה בְּדִבְרֵ֥י דָוִ֖יד וְאָסָ֣ף הַחֹזֶ֑ה וַֽיְהַלְלוּ֙ עַד־לְשִׂמְחָ֔ה וַֽיִּקְּד֖וּ וַיִּֽשְׁתַּחֲוֽוּ׃ פ
Trans.wayyō’mer yəḥizəqîyâû hammeleḵə wəhaśśārîm laləwîyim ləhallēl laJHWH bəḏiḇərê ḏāwîḏ wə’āsāf haḥōzeh wayəhaləlû ‘aḏ-ləśiməḥâ wayyiqqəḏû wayyišətaḥăwû:

Algemeen

Zie ook: Asaf, David (koning), Hizkia (koning v. Juda), Levieten, Ziener

Aantekeningen

Daarna zeide de koning Jehizkia, en de oversten, tot de Levieten, dat zij den HEERE loven zouden, met de woorden van David en van Asaf, den ziener; en zij loofden tot blijdschap toe; en neigden hun hoofden, en bogen zich neder.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ֠

-

יֹּאמֶר

Daarna zeide

יְחִזְקִיָּ֨הוּ

-

הַ

-

מֶּ֤לֶךְ

de koning

וְ

-

הַ

-

שָּׂרִים֙

en de oversten

לַ

-

לְוִיִּ֔ם

tot de Levieten

לְ

-

הַלֵּל֙

loven zouden

לַֽ

-

יהוָ֔ה

dat zij den HEERE

בְּ

-

דִבְרֵ֥י

met de woorden

דָוִ֖יד

van David

וְ

-

אָסָ֣ף

en van Asaf

הַ

-

חֹזֶ֑ה

den ziener

וַֽ

-

יְהַלְלוּ֙

en zij loofden

עַד־

tot

לְ

-

שִׂמְחָ֔ה

blijdschap

וַֽ

-

יִּקְּד֖וּ

toe; en neigden hun hoofden

וַ

-

יִּֽשְׁתַּחֲוֽוּ

en bogen zich


Daarna zeide de koning Jehizkia, en de oversten, tot de Levieten, dat zij den HEERE loven zouden, met de woorden van David en van Asaf, den ziener; en zij loofden tot blijdschap toe; en neigden hun hoofden, en bogen zich neder.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!